HAVENREGLEMENT Watersportvereniging "Helius"

Dit Havenreglement is opgesteld ingevolge artikel 27 van de statuten van Watersportvereniging ”Helius” en goedgekeurd op de Algemene Vergadering van 6 december 2021. 

Artikel 1 Algemeen Reglement Heliushaven

In onze haven zijn naast dit Havenreglement Watersportvereniging “Helius“ de volgende verordeningen en reglementen van kracht met prioriteit als hieronder gegeven:

  1. De Havenverordening Hellevoetsluis 2013.
  2. Het Algemeen Reglement Heliushaven zoals vastgesteld door de gezamenlijke beheerders:
    WSV Haringvliet, WSV Hellevoetsluis, Watersportvereniging “Helius” en Marina Cape Helius.
  3. De Havenverordening Hellevoetsluis 2013 en het Algemeen Reglement Heliushaven zijn als appendix I en appendix II toegevoegd aan dit Havenreglement.

Daar waar de genoemde documenten niet met elkaar overeenstemmen, heeft het eerst genoemde document prioriteit over de overige.

Artikel 2 Verantwoordelijkheid jachteigenaren

  1. Degene die een lig- en/of walplaats heeft in/op de haven, is verantwoordelijk en aansprakelijk tegenover de vereniging voor de juiste uitvoering van dit Reglement. Tevens is deze persoon volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn/haar bemanning en/of gasten tegenover de vereniging en derden.  
  2. Behoort een jacht aan meer dan één eigenaar, dan wordt degene die de aanvraag voor een lig- en/of walplaats heeft ondertekend als aan te spreken eigenaar beschouwd. Alle eigenaren zijn echter afzonderlijk volledig aansprakelijk tegenover de vereniging.

 Artikel 3 Aansprakelijkheid

  1. De vereniging is niet aansprakelijk voor schade, vermissing, diefstal en/of het verloren gaan van eigendommen van derden. Iedere gebruiker van de faciliteiten van de haven, in de meest uitgebreide zin, doet dit geheel voor eigen risico.  
  2. Ligplaatshouders en walplaatshouders, in welke vorm dan ook, zijn tegenover de vereniging en derden verantwoordelijk en aansprakelijk voor door hen aangerichte schade aan eigendommen van de vereniging en voor overtredingen van toepasselijk wet- en regelgeving inclusief milieubepalingen. De vereniging stelt iedere overtreder aansprakelijk voor het totale gevolg, incl. sanctie en schade.  
  3. Leden en kandidaat-leden zijn verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten zowel voor hen persoonlijk als voor hun schip. Het bestuur is bevoegd in voorkomende gevallen een kopie van de polis c.q. het betalingsbewijs van de premie ter inzage te vragen.

 Artikel 4 Haven

  1. Aanwijzingen van de havenmeester dienen naar vermogen strikt te worden opgevolgd. Bezwaren kunnen bij het bestuur worden ingediend.  
  2. Alle ligplaatshouders moeten de afwezigheid van hun jacht, indien deze langer duurt dan 48 uur, melden aan de havenmeester of via de website zelf registreren in e-captain. De havenmeester zal de plaatsen dan kunnen toewijzen aan passanten of leden.
  3. Schepen die naar de mening van het bestuur niet voldoende zijn/of worden onderhouden en daardoor tot overlast en irritatie zijn van de vereniging kunnen na aanzegging door het bestuur, op kosten van de eigenaar, worden verplaatst c.q. op de wal worden gezet.  
  4. Het bestuur heeft het recht bij calamiteiten, dit ter beoordeling van het bestuur, zich toegang te verschaffen tot alle schepen die in de haven aanwezig zijn.  
  5. Het bestuur heeft het recht alle schepen in de haven na te meten.  
  6. Alleen schepen die bedoeld zijn voor actieve waterrecreatie en/of watersport zijn toegestaan in de haven. Bij twijfel of een vaartuig hieraan voldoet is de beoordeling van het bestuur bindend.

Artikel 5 Afmeren

  1. Alle schepen dienen deugdelijk te zijn afgemeerd. De havenmeester is bevoegd, na de eigenaar hiertoe in de gelegenheid te hebben gesteld, maatregelen te nemen in geval van ondeugdelijke afmering. Wanneer de omstandigheden dat vereisen mag de havenmeester maatregelen nemen zonder de eigenaar vooraf te informeren. De kosten hieraan verbonden, komen ten laste van de eigenaar van het jacht, onverminderd het bepaalde in artikel 3 van dit Reglement.  
  2. Bij vertrek uit de haven dienen de lijnen te worden meegenomen of deugdelijk worden opgeschoten.
  3. Alle schepen die in de periode van één november tot één april van het daaropvolgende jaar in de hun toegewezen ligplaats blijven liggen, zijn verplicht om gedurende deze periode de meerlijnen te verdubbelen.

Artikel 6 Bijboten

  1. Bijboten, afgemeerd bij het moederschip, zijn toegestaan, echter zodanig dat er geen overlast voor derden ontstaat, en de bijboot binnen de grenzen van de toegewezen ligplaats blijft.  
  2. Voor bijboten, die geen plaats aan boord of bij het moederschip hebben, dient een walplaats aangevraagd te worden.  
  3. Iedere bijboot met een walplaats moet voorzien zijn van een naam of nummer en een jaarlijks door de vereniging te verstrekken sticker als bewijs van betaling. De sticker dient op een duidelijk zichtbare plaats op de bijboot aangebracht te worden.

Artikel 7 Toewijzing van ligplaatsen en walplaatsen

  1. Ligplaatsen en walplaatsen worden, namens het bestuur, door de havencommissaris toegewezen aan kandidaat-leden en leden die daar schriftelijk om hebben verzocht. Jeugdleden komen alleen in aanmerking voor een walplaats. Partnerleden en donateurs kunnen geen aanspraak maken op een ligplaats of walplaats.  
  2. Per lid kan 1 ligplaats en/of 1 walplaats worden toegewezen. Iedere toegewezen plaats is strikt persoonlijk. Indien een lid een ander schip aanschaft dan waarvoor de ligplaats en/of walplaats was toegewezen, dient het lid ongeacht de maat van dat andere schip, dit direct te melden aan de havencommissaris. Een andere ligplaats kan/zal alleen worden toegewezen indien deze, naar oordeel van het bestuur, beschikbaar is.  
  3. De uitgifte van beschikbare ligplaatsen wordt afgestemd op de afmetingen van de schepen waarvoor ligplaatsen zijn aangevraagd en geschiedt, bij aanvang van het seizoen in overeenstemming met een wachtlijst.
  4. Het bestuur kan vrijgekomen lig- en/of walplaatsen reserveren om uit te geven aan kandidaat-leden. De toewijzing van een lig- en/of walplaats aan een kandidaat-lid is tijdelijk en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.  
  5. Iemand die voor de eerste maal een ligplaats toegewezen heeft gekregen komt gedurende 3 jaren niet in aanmerking voor een grotere ligplaats.  
  6. Heeft een lid een lig- en/of walplaats toegewezen gekregen die, naar de mening van het bestuur, hoofdzakelijk door anderen dan bedoeld lid wordt gebruikt, dan heeft het bestuur de bevoegdheid het recht op de ligplaats per direct te laten vervallen.
  7. Voor de optimale benutting van de ligplaatsruimte heeft het bestuur te allen tijde het recht een ligplaatshouder een andere ligplaats toe te wijzen.

Artikel 8 Entreegelden

  1. Kandidaat-leden en leden die voor de eerste maal een ligplaats in het water of een walplaats krijgen toegewezen zijn een entreegeld verschuldigd als vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering. Voor kleine schepen welke gewoonlijk met de hand op de jollensteiger uit het water worden gehaald, geldt geen entreegeld.
  2. Kandidaat-leden die niet worden toegelaten als lid ontvangen de betaalde entreegelden terug. 
  3. Leden die naast een ligplaats in het water ook een walplaats krijgen toegewezen zijn voor beide entreegeld verschuldigd, zoals beschreven in art. 8.1
  4. Leden met een walplaats die overgaan naar een ligplaats in het water zijn het verschil tussen beide entreegelden verschuldigd. Leden met een ligplaats in het water die overgaan naar een walplaats kunnen echter geen aanspraak maken op restitutie van entreegeld. 
  5. Jeugdleden zijn voor een walplaats geen entreegeld verschuldigd. 

Bij overgang van het jeugdlidmaatschap naar het gewone lidmaatschap is voor een walplaats entreegeld verschuldigd waarbij een vermindering geldt van 1/5 deel per jaar dat het jeugdlidmaatschap heeft geduurd.

Artikel 9 Liggelden

Het seizoen voor ligplaatsen is van 1 april t/m 31 maart van het daaropvolgende jaar. Voor een ligplaats is liggeld verschuldigd voor het gehele seizoen dat bij vooruitbetaling vóór 31 maart moet worden voldaan. Bij korter gebruik vindt geen restitutie plaats. De hoogte van het liggeld, evenals de wijze van berekening, wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.

Artikel 10 Opzegging ligplaatsen en/of walplaatsen

Opzegging van een ligplaats dient schriftelijk te geschieden bij het bestuur vóór 1 januari van het lopende jaar. Bij latere opzegging is liggeld voor het volgende seizoen verschuldigd. Opzegging gedurende het lopende jaar geeft geen recht op restitutie van het betreffende jaar. Leden en kandidaat-leden die hun liggeld niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoen verliezen hun recht op een ligplaats.

Artikel 11 Winterberging

Leden kunnen gebruik maken van de mogelijkheid tot winterberging op een van de parkeerterreinen van de vereniging. Leden die gebruik maken van de winterberging zijn gehouden aan de hiervoor geldende voorwaarden die bij aanvraag van de winterberging schriftelijk worden verstrekt.

Artikel 12 Passanten

Onder passanten worden verstaan leden en niet-leden die met hun schip de jachthaven bezoeken terwijl ze op dat moment geen seizoen-ligplaats toegewezen gekregen hebben. Aan hen wordt havengeld berekend per overnachting volgens het tarief zoals vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.   

Artikel 13 Gebruiksregels

  1. Het is niet toegestaan op de terreinen en in de havens der vereniging werkzaamheden te verrichten die verontreiniging van de haven en/of terreinen of overlast aan derden veroorzaken. Eventuele calamiteiten dienen direct gemeld te worden aan de havencommissie/havenmeester.
  2. Afval dient gescheiden in de daarvoor bestemde voorzieningen gedeponeerd te worden.
  3. Het is niet toegestaan op de steigers, de terreinen en in de opstallen van de vereniging licht ontvlambare en brandbare stoffen op te slaan en/of te verbranden, uitgezonderd in speciaal hiervoor bestemde opbergplaats. 
  4. Het gebruiken van de ligplaats, direct of indirect, voor commerciële doeleinden, al dan niet in persoon, is verboden.  
  5. Het maken van reclame in welke vorm dan ook, behoudens na schriftelijke toestemming van het bestuur, is verboden. Indien geconstateerde reclame-uitingen niet binnen de daarvoor gestelde tijd beëindigd zijn is de havenmeester gerechtigd dit te doen. Uitzondering hierop wordt gevormd door de gebruikelijke verkoop als eigenaar van het vaartuig, mits dit tevoren schriftelijk aan de havencommissaris/havenmeester kenbaar gemaakt is.  
  6. Het gebruik van de trailerhelling is alleen toegestaan na toestemming van de havenmeester.
  7. Het gebruik van de kolom/zwenkkraan is aan voorwaarden gebonden welke op verzoek door de havenmeester worden verstrekt en welke strikt dienen te worden nageleefd. Het hijsen van personen of lasten met personen met de kolom/zwenkkraan is strikt verboden. 
  8. Het is niet toegestaan voertuigen, anders dan personenauto’s of boottrailers, te parkeren op het haventerrein zonder toestemming van de havenmeester.

Artikel 14 Algemene bepalingen

Het is niet toegestaan :  

  1. Drinkwater te gebruiken voor het afspoelen van schepen, tenzij gebruik gemaakt wordt van een automatisch stoppende spuitmond.  
  2. Kampvuren te maken.  
  3. Te kamperen op de terreinen van de vereniging, zonder toestemming van de havenmeester.  
  4. Op de steigers te fietsen en/of fietsen op of bij de steigers te plaatsen.  
  5. Honden, zonder toezicht en niet aangelijnd, op de steigers en terreinen te laten lopen en uit te laten.  
  6. Zonder toestemming van de havencommissaris mobiele kranen te gebruiken voor het hijsen van masten en/of schepen.  
  7. Gebruik te maken van de laad- en lossteiger zonder toestemming van de havenmeester. 
  8. Gebruik te maken van het verenigingsvlot zonder toestemming van de havenmeester.

Artikel 15 Slotbepaling

In alle gevallen waarin de Statuten, het Huishoudelijk Reglement of het Havenreglement niet voorzien beslist het bestuur.

 

(Appendix I: Havenverorderning Hellevoetsluis)

(Appendix II: Algemeen Havenreglement Heliushaven)

 

Appendix I: Havenverorderning Hellevoetsluis

De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie wonen, werk en recreatie; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2013, nummer: 31-10-13/07; besluit:

de Havenverordening Hellevoetsluis 2001 in te trekken en vast te stellen de Havenverordening Hellevoetsluis 2013

Artikel 1 Algemene bepalingen

1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle openbare wateren in de havens: Heliushaven, Haaven, Groote Dok, Koopvaardijhaven, Tramhaven en het Kanaal door Voorne en de daarbij behorende glooiingen, wallen, dammen en kaden.

1.2 In deze verordening wordt verstaan onder:

a) Haven; alle openbare wateren in de Heliushaven, de Haaven, het Groote Dok, de Koopvaardijhaven, de Tramhaven en het Kanaal door Voorne (tot aan de brug van het winkelcentrum) en de daarbij behorende glooiingen, wallen, dammen en kaden.

b) Jachthaven; een haven waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.

c) Havenmeester; de door burgemeester en wethouders als zodanig benoemde persoon, alsmede diens plaatsvervanger(s).

d) Exploitant; eigenaar, beheerder, rompbevrachter of ieder ander die zeggenschap heeft over het gebruik van het schip.

e) Schip; elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting.

f) Schipper; degene die over een schip het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig optreedt of degene die het schip daadwerkelijk bestuurt.

g) Woonboot; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning en dat een vaste verbinding heeft met de wal.

h) Pleziervaartuig; een vaartuig dat bestemd is voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding.

i) Beroepsvaartuig; alle soorten en klassen vaartuigen gebezigd in de beroeps- of bedrijfsvaart.

j) Vaarweg; het gedeelte van de haven, waar geen ligplaats mag worden ingenomen.

k) Vaste ligplaats; een ligplaats, welke krachtens een daartoe aangegane vergunning of overeenkomst gedurende de daarin bepaalde periode mag worden ingenomen.

l) Passantenligplaats; een ligplaats speciaal gereserveerd voor passanten/dagrecreanten dan wel een als zodanig door de havenmeester aangewezen ligplaats.

m) College; het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Vergunning, ontheffing en overeenkomst

2.1 Een vergunning, ontheffing of overeenkomst ingevolge deze verordening kan slechts schriftelijk verleend worden.

2.2 De houder van een vergunning, ontheffing of overeenkomst is verplicht op de eerste vordering van een met de zorg voor de naleving van deze verordening belaste ambtenaar, deze aan hem te tonen, ter inzage af te geven en desverlangd tegen bewijs van ontvangst af te staan.

Artikel 3 Openbare orde en veiligheid

3.1 Iedere schipper die zich met zijn vaartuig in de haven of havenmonding bevindt, is verplicht de aanwijzingen van de havenmeester of een andere daartoe bevoegde ambtenaar, ter handhaving van de openbare orde en veiligheid, op te volgen.

3.2 Het is verboden in de haven met een schip op zodanige wijze te varen of ligplaats in te nemen, dat de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op het water zonder noodzaak in gevaar wordt gebracht of schade wordt of kan worden veroorzaakt.

3.3 Het is verboden zich op of in het water van de haven zodanig te gedragen dat daardoor hinder of last wordt of kan worden veroorzaakt.

3.4 De schipper is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zijn onbeheerd vaartuig niet in de vaarweg terecht kan komen.

3.5 De schipper is verplicht de aanwijzingen van burgemeester en wethouders, die gegeven worden in het belang van de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden, de veiligheid te water en alle overige aanwijzingen in verband met een goede orde stipt en onverwijld op te volgen.

Artikel 4 Normadressaat

4.1 Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de kapitein of de schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

4.2 Bij afwezigheid van een kapitein of een schipper, is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 5 Beroepsvaart

De schipper van een beroepsvaartuig is verplicht, op eerste aanwijzing van burgemeester en wethouders, de papieren te tonen waaruit blijkt dat zijn schip inderdaad wordt gebezigd voor de beroeps- of de bedrijfsvaart.

Artikel 6 Ankeren

6.1 Het is verboden ankers of dreggen uit te zetten in de haven.

6.2 Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1, mits de ankers zijn voorzien van een boei, die aan een anker met een boeireep is verbonden.

Artikel 7 Koppelen, vastmaken en meren

7.1 Het is de schipper verboden in de haven te varen met naast elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen.

7.2 Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

7.3 De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat de touwen en trossen of draden van zijn vaartuig met de meergelegenheid zodanig zijn verbonden dat aan andere vaartuigen bij de doorvaart van bruggen of van de gebruikelijke vaarweg geen hinder kan worden veroorzaakt.

7.4 De schipper is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn vaartuig zolang het een ligplaats inneemt, deugdelijk is vastgemaakt.

7.5 Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde middelen of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

7.6 Waar geen remmingwerken aanwezig zijn, is de schipper verplicht door het aanbrengen van stootwillen of op een andere wijze ervoor zorg te dragen, dat ten gevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.

Artikel 8 Gevaarlijke lading

De schipper van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van burgemeester en wethouders nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of overlast van ernstige aard veroorzaakt, is verplicht op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders de haven met zijn schip onmiddellijk te verlaten.

Artikel 9 Vaarsnelheid

Het is verboden in de haven te varen met een hogere snelheid van 6 km (3.2 knopen) per uur. Deze maximum snelheid geldt niet ten aanzien van de voor politie- of hulpdienst in gebruik zijnde vaartuigen.

Artikel 10 Stoffen in het water

10.1 Onverminderd het bepaalde in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is het verboden afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook in de haven te brengen. 10.2 Het is verboden in de haven te dreggen, daarin naar voorwerpen te zoeken of daaruit voorwerpen te halen.

10.3 Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 2.

Artikel 11 Werkzaamheden

Het is verboden zonder vergunning van het college in de haven schepen te bouwen, te verbouwen, ingrijpende werkzaamheden uit te voeren of deze te slopen.

Artikel 12 Berging kade

Het is verboden zonder vergunning van het college een schip of goederen op een kade te plaatsen.

Artikel 13 Onbemande schepen en dergelijke

De havenmeester is bevoegd, niet of niet voldoende bemand zijnde schepen, onbeheerd drijvende balken, palen of andere voorwerpen te weren, ter verhalen of in bewaring te nemen voor rekening en risico van de schipper of de rechthebbende op deze voorwerpen.

Artikel 14 Palen, getimmerte en dergelijke in het water

Het is verboden zonder vergunning of overeenkomst van/met het college:

a) palen of getimmerten in de haven te plaatsen of geplaatst te hebben;

b) in, onder of over de haven kabels, kettingen, touwen of draden, voor zover niet dienende tot het meren of slepen van vaartuigen, te leggen of te hebben;

c) de haven op enigerlei wijze te overdekken dan wel daarop of daarboven een werkplaats of bergplaats te hebben;

Artikel 15 Zwemmen

15.1 Het is verboden om in de haven te zwemmen.

15.2 Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

Artikel 16 Wedstrijden en festiviteiten

16.1 Het is verboden om in de havens sportwedstrijden, waterfeesten en dergelijke te houden.

16.2 Het college kan ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1.

Artikel 17 Innemen van een ligplaats

17.1 De schipper die geen vaste ligplaats heeft, is verplicht zich bij aankomst in de haven te melden bij de havenmeester voor het aanwijzen van een ligplaats.

17.2 Het is verboden een ligplaats in te nemen buiten de in lid 1 aangegeven plaatsen.

17.3 Het is verboden zonder vergunning of overeenkomst met een vaartuig een vaste ligplaats in te nemen.

17.4 Het college is bevoegd nadere regelen en beperkingen te stellen omtrent het innemen van ligplaatsen.

17.5 Het is verboden met een vaartuig te meren:

a) op een plaats, waarvoor het college een meerverbod heeft vastgesteld betrekking hebbend op bepaalde ligplaatsen en bepaalde vaartuigen;

b) op een plaats, waarvoor het college heeft bepaald dat deze uitsluitend is bestemd voor nader aangeduide categorieën van vaartuigen, waartoe het meergelegenheid zoekende vaartuig niet behoort.

Artikel 18 Doorvaart bruggen en sluis

18.1 De brug over de Haaven (tussen de Haaven en het Groote Dok) en de brug over het Kanaal door Voorne (nabij de schutsluis) worden geopend en gesloten in opdracht van burgemeester en wethouders.

18.2 De doorgang door de schutsluis tussen het Kanaal door Voorne en de Koopvaardijhaven wordt verleend in opdracht van burgemeester en wethouders.

18.3 De schipper die met zijn vaartuig een brug of de sluis wil passeren, maakt dat tijdig duidelijk aan de havenmeester.

18.4 Het college stelt de tijden vast waarop de bruggen en de sluis zullen worden bediend.

18.5 In bijzondere omstandigheden kan de havenmeester afwijken van de ingevolge het vierde lid gestelde tijden.

Artikel 19 Woon- en nachtverblijf

19.1 Het is verboden een schip of vaartuig permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken.

19.2 Permanent verblijf c.q. permanente bewoning en/of tijdelijke huisvesting is niet toegestaan. Het college kan ontheffing verlenen of een overeenkomst aangaan voor het verbod in lid 1.

Artikel 20 Strafbepaling Artikel

20.1 Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet-naleving van één of meer voorschriften aan een vergunning, ontheffing of overeenkomst verbonden, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 21 Naleving verordening

21.1 Met het toezicht op de naleving van het in deze verordening bepaalde, zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 22 Overgangsbepaling

21.1De vergunningen en ontheffingen, die zijn verleend en de overeenkomsten die zijn aangegaan onder de werking van de Havenverordening Hellevoetsluis 2001 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning, ontheffing en overeenkomst krachtens deze verordening.

22.2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreden van deze verordening een vergunning of ontheffing is aangevraagd op grond van de verordening bedoeld in het eerste lid en daarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 23 Inwerkingtreding

23.1 Deze havenverordening Hellevoetsluis treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking.

23.2 De havenverordening Hellevoetsluis 2001, wordt ingetrokken op het moment van het in werking treden.

23.3 De bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening, voor zover deze hetzelfde regelen als deze verordening, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum.

23.4 Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Havenverordening Hellevoetsluis 2013’

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 oktober 2013.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

H.J. van der Wel. mr. F.D. van Heijningen.

TOELICHTING Havenverordening Hellevoetsluis 2013

1.3 Vaartuig: elk tuig dat als vervoermiddel te water gebruikt kan worden, zoals baggerwerktuigen, kranen, bokken, elevators, alsmede woonschepen, glijboten, ponten, zeilschepen, motorschepen, sloepen, kano's, roeiboten, vlotten, windsurfplanken en andere drijvende zaken waarmee gevaren kan worden.

3.1 In eerste instantie is de havendienst verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de haven. Zo nodig kunnen BOA’s (Buitengewoon Opsporingsambtenaren) ingezet worden voor de openbare orde en veiligheid. Zij zijn hiertoe bevoegd.

15.2 Wanneer er een verzoek voor een ontheffing voor het zwemmen in de havens wordt ingediend, zal per geval bekeken worden wat de mogelijke risico’s zijn. Het bemonsteren van water kan hier deel van uit maken.

19.2 Dit artikel heeft betrekking op de vijf woonboten die gelegen zijn in het Kanaal door Voorne. Aangezien permanente bewoning van vaartuigen in beginsel als niet wenselijk wordt aangemerkt zullen deze gevallen ook niet in aanmerking komen voor een ontheffing op grond van artikel 19.2. Wel is het mogelijk om bij het college van burgemeester en wethouders een persoonsgebonden gedoogbeschikking aan te vragen op grond van het ‘Beleidskader Permanente Bewoning van Vaartuigen in de gemeente Hellevoetsluis’. De beschikking is persoonsgebonden, waarbij er ook een mogelijkheid is om samen te wonen met een partner en kinderen in te laten wonen. Ook bij een eventuele wisseling van partner bestaat deze mogelijkheid. Op basis van de wet Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) is het ook voor deze personen mogelijk om in te schrijven in de GBA

 

 

APPENDIX II: Algemeen Havenreglement Heliushaven

Het algemeen havenreglement is vastgesteld door de rechtspersonen die in de Heliushaven een  jachthaven beheren. Dit zijn de 3 watersportverenigingen WSV Helius , WSV Hellevoetsluis en  WSV Haringvliet en de Marina Cape Helius . 

 Daarnaast kunnen de beheerders afzonderlijk nog extra voorwaarden stellen in een apart  reglement per jachthaven. Op naleving wordt toegezien door hun vertegenwoordigers. 

Artikelen

  1. Dit havenreglement geldt voor het gehele natte havengebied dat  in beheer is bij de Watersportverenigingen Haringvliet, Helius en Hellevoetsluis en Marina Cape Helius en omvat  het water en de daarin liggende steigers en golfwerende voorzieningen bij de havenentree. In dit gebied is van toepassing het BPR.
  2. De schipper van een jacht dat vaart of ligplaats heeft in de haven, is tegenover de havenbeheerders verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van dit reglement. Tevens is deze persoon volledig verantwoordelijk voor het gedrag van zijn/haar bemanning en/of gasten. 
  3. Een ieder die zich in dit gebied bevindt dient de aanwijzingen te volgen van de havenmeester(s).
  4. Men is gehouden in dit havengebied orde, rust en zindelijkheid te betrachten; de veiligheid in acht te nemen en te voorkomen dat men door zijn/haar gedrag aanstoot neemt.
  5. Het storten van afval en vuil dient alleen te geschieden in de daarvoor bestemde voorzieningen op de haventerreinen.
  6. In het havengebied is het niet toegestaan:
    1. sneller te varen dan 6 km (= 3,3 mijl) per uur. 
    2. te zeilen en op of af te tuigen, uitgezonderd de zeilboten zonder (hulp)motor
      (bv. de jeugdopleidingbootjes. )
    3. hinderlijk lawaai te maken,
    4. met brandstof en afvalstoffen (daaronder begrepen afvalstoffen afkomstig van het boordtoilet en uitwerpselen van dieren), olie, lenswater en dergelijke het havengebied te verontreinigen.
      Bij overtreding zal de politie worden geïnformeerd.
    5. behoudens met toestemming van de havenbeheerder of havenmeester motoren anders te laten draaien dan om het vaartuig te verplaatsen.
    6. behoudens met toestemming van de havenbeheerder of havenmeester elders ligplaats(en) in te nemen dan is overeengekomen dan wel is aangewezen.
    7. met gehesen zeilen (behoudens boten zonder motor) of met onveilige of voor anderen hinderlijke snelheid in de haven te varen.
    8. het vaartuig niet behoorlijk af te meren of in onverzorgde staat (achter) te laten.
    9. te ankeren of dreggen uit te zetten.
    10. op of aan een schip overlast veroorzakende werkzaamheden uit te voeren behoudens in nood-gevallen.
    11. sportwedstrijden, waterfeesten en dergelijke te houden, anders dan in goed overleg met/na melding aan de gezamenlijke beheerders.
  7. Overtreding van één van de onder 6a t/m 6k genoemde verboden geeft de havenbeheerder of havenmeester het recht de overtreder de toegang tot de haven en bijbehorende terreinen en de zich aldaar bevindende gebouwen te ontzeggen.
  8. Passanten dienen vóór de per beheerder geldende tijd de haven te verlaten dan wel voor een nieuwe periode het havengeld te hebben voldaan.
  9. De havenbeheerder is niet aansprakelijk voor schade van welke aard of door welke oorzaak dan ook, aan personen of goederen toegebracht, of door verlies of diefstal van enig goed, tenzij een en ander het gevolg is van een aan hem en/of de zijnen toerekenbare tekortkoming.
  10. Bij verschil van mening over de uitleg van dit reglement en in zaken waarin dit reglement niet voorziet beslissen de gezamenlijke beheerders.